Inleiding
Bij de invoering van BBC in de vorige legislatuur heeft de stad Lier een reeks structurele maatregelen moeten ondernemen teneinde het lange termijn financieel evenwicht te kunnen realiseren. Deze maatregelen situeerden zich vooral op het niveau van:
- besparing op exploitatie-uitgaven
- verhoging van inkomsten waar mogelijk, zonder verhoging van de belastingen
- herziening gemeentelijk afvalbeleid
- behoud van een realistisch investeringsprogramma
- verdere optimalisatie van de financiering
Een gedetailleerde uiteenzetting van deze maatregelen is terug te vinden in de oorspronkelijke beleidsverklaringen in de nota van het meerjarenplan 2014-2019 (en de jaarlijkse aanpassingen ervan). Deze maatregelen hebben geresulteerd in een structureel financieel gezonde organisatie. Het is de ambitie om via dit nieuwe meerjarenplan deze ingeslagen weg verder te zetten.
Het schema M2 wordt voortaan geïntegreerd opgemaakt vooral zowel stad als OCMW.
Exploitatie
De totale exploitatie-uitgaven stijgen gemiddeld met 2,2% op jaarbasis. Deze relatief sterke stijging wordt vooral verklaard door de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen, dewelke een gemiddelde stijging kent van 12% per jaar, en hierdoor het globale gemiddelde optrekt.
Personeelskosten en alle uitgaven waarvoor contractuele engagementen bestaan worden jaarlijks met 2% geïndexeerd. Reguliere werkingskosten, toelagen en nutskosten worden niet geïndexeerd (hiermee hanteren we dezelfde werkwijze dan voorgaande jaren).
De totale exploitatie-ontvangsten stijgen gemiddeld met 2,7% :
- Belastingontvangsten stijgen gemiddeld met 1,9%. Ter vergelijking : in de periode 2014-2018 zijn de belastingontvangsten gemiddeld met 2,2% gestegen. Er wordt dus een voorzichtige stijging ingecalculeerd dewelke in lijn licht met historische evolutie.
- Gemeentefonds stijgt traditioneel met 3,5% op jaarbasis.
- De tussenkomst van de Vlaamse regering in de responsabiliseringsbijdrage zorgt ook voor een toename van het gemiddelde stijgingspercentage van de ontvangsten.
Investeringen
De volgende legislatuur wordt er een ambitieus investeringsprogramma opgesteld. Voor stad en OCMW samen worden er in totaal voor 103.755.719 EUR aan investeringen ingepland de komende 6 jaar. Langs ontvangstenzijde zien we een gezonde en realistische mix van investeringsinkomsten (verkopen patrimonium en investeringssubsidies van hogere overheden).
Voor de investeringen op de entiteit OCMW handhaven we de werkwijze vanuit het verleden dat deze investeringen moeten kunnen gefinancierd worden door verkopen van patrimonium (hoofdzakelijk buiten Lier). Bij het overzicht van de financiële risico’s verder in dit document gaan we meer uitvoerig in op de impact van deze geplande verkopen.
Als we het investeringssaldo vergelijken met de realisatie van de vorige legislatuur dan zal er ca 17.000.000 EUR meer geïnvesteerd worden. Deze bijkomende investeringen worden mogelijk gemaakt dankzij onder meer de tussenkomst van de Vlaamse Regering in de responsabiliseringsbijdrage (het is trouwens een duidelijke verwachting van de Vlaamse overheid dat lokale besturen deze hefboom gebruiken om het investeringsvolume om te krikken).
Op het einde van dit document worden de geplande investeringen in detail opgesomd.
Financiering
In het luik financiering worden de gebudgetteerde kapitaalsaflossingen en nieuw aan te gane leningen opgenomen. De nieuwe leningen zorgen voor het sluitstuk van het financieel evenwicht op korte termijn. Verder in dit document wordt bij het schema T4 de evolutie van de schuld meer in detail toegelicht.
Gecumuleerd budgettair resultaat 2019
Bij de opmaak van het MJP moet eveneens een inschatting gemaakt worden van het resultaat van het vorig boekjaar. In principe wordt dan het resultaat gehanteerd dat in de laatste budgetwijziging wordt berekend.
De laatste budgetwijziging dateert echter reeds van mei 2019. Inmiddels kunnen we al een betere inschatting maken van het resultaat en dan vooral met betrekking tot de investeringsrealisatie.
Voor zowel stad als OCMW merken we dat de vooropgestelde investeringen niet allemaal dit jaar zullen gerealiseerd worden. Bij opmaak MJP hebben we reeds in de mate van het mogelijke geanticipeerd op deze verschuiving door de meeste van deze investeringen opnieuw in te schrijven vanaf 2020 (dat verklaart voor een deel ook de stijging van het investeringsvolume).
Het gevolg is bijvoorbeeld dat er in 2019 geen lange termijnfinanciering zal worden aangegaan (hoewel voor 15 mio EUR aan nieuwe leningen is ingeschreven in 2019). Dit heeft uiteraard een belangrijke impact op het schuldniveau eind 2019 (zie verder bij bespreking Schema T4).
Bij de opmaak van het MJP gaan we uit van een gecumuleerd resultaat voor Stad en OCMW over 2019 van -3.675.000 EUR. Van zodra de respectievelijke jaarrekeningen 2019 van stad en OCMW zijn opgemaakt zal het correcte resultaat via een aanpassing van het meerjarenplan verwerkt worden.
Het beschikbaar budgettair resultaat
Het beschikbaar budgettair resultaat geeft het toestandsevenwicht of financieel evenwicht op korte termijn weer. Volgens de wetgeving moet dit jaarlijks positief zijn. Zoals in het schema wordt aangetoond, voldoet de stad Lier aan deze voorwaarde.
De autofinancieringsmarge
Het meerjarenplan dat nu ter goedkeuring voorligt resulteert in een stevig lange termijn evenwicht. De autofinancieringsmarge is jaarlijks ruim positief. Gelet op de gehanteerde financieringsstrategie en samenstelling van de schuldportefeuille is er geen sterke afwijking tussen de berekende AFM en de zogenaamd gecorrigeerde AFM (zie hoger) wat erop wijst dat de stad Lier geen leningslasten doorschuift naar toekomstige generaties.
De geconsolideerde autofinancieringsmarge.
Nieuw vanaf BBC 2020 is dat voortaan ook een geconsolideerde AFM wordt gerapporteerd (op groepsniveau). In dit schema wordt ook de AFM van AGB Solag mee opgenomen. Ook hier stellen we vast dat op groepsniveau het lange termijn evenwicht ruim positief is.
Budgettair resultaat |
|
Mjp 2020 |
Mjp 2021 |
Mjp 2022 |
Mjp 2023 |
Mjp 2024 |
Mjp 2025 |
I. Exploitatiesaldo |
(a-b) |
3 935 155 |
4 892 260 |
5 217 937 |
5 309 499 |
6 169 106 |
6 478 736 |
a. Ontvangsten |
|
80 863 137 |
82 881 768 |
85 014 915 |
87 407 070 |
89 829 368 |
91 953 377 |
b. Uitgaven |
|
76 927 982 |
77 989 508 |
79 796 978 |
82 097 571 |
83 660 262 |
85 474 641 |
II. Investeringssaldo |
(a-b) |
-843 721 |
-8 188 337 |
-9 901 034 |
-10 760 075 |
-10 078 110 |
-5 887 417 |
a. Ontvangsten |
|
17 262 961 |
11 501 352 |
9 597 490 |
7 605 515 |
6 571 296 |
5 530 662 |
b. Uitgaven |
|
18 106 682 |
19 689 689 |
19 498 524 |
18 365 590 |
16 649 406 |
11 418 079 |
III. Saldo exploitatie en investeringen |
(I+II) |
3 091 434 |
-3 296 076 |
-4 683 097 |
-5 450 576 |
-3 909 004 |
591 320 |
IV. Financieringssaldo |
(a-b) |
680 002 |
3 234 609 |
4 722 453 |
5 448 278 |
3 858 741 |
-580 950 |
a. Ontvangsten |
|
5 595 997 |
8 484 291 |
10 409 750 |
21 659 750 |
10 609 938 |
6 610 600 |
b. Uitgaven |
|
4 915 995 |
5 249 682 |
5 687 297 |
16 211 472 |
6 751 196 |
7 191 550 |
V. Budgettair resultaat van het boekjaar |
(III+IV) |
3 771 437 |
-61 467 |
39 356 |
-2 298 |
-50 263 |
10 370 |
VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar |
|
-3 675 000 |
96 437 |
34 970 |
74 326 |
72 028 |
21 766 |
VII. Gecumuleerd budgettair resultaat |
(V+VI) |
96 437 |
34 970 |
74 326 |
72 028 |
21 766 |
32 136 |
VIII. Onbeschikbare gelden |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
IX. Beschikbaar budgettair resultaat |
(VII-VIII) |
96 437 |
34 970 |
74 326 |
72 028 |
21 766 |
32 136 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
|
Mjp 2020 |
Mjp 2021 |
Mjp 2022 |
Mjp 2023 |
Mjp 2024 |
Mjp 2025 |
I. Exploitatiesaldo |
|
3 935 155 |
4 892 260 |
5 217 937 |
5 309 499 |
6 169 106 |
6 478 736 |
II. Netto periodieke aflossingen |
(a-b) |
3 058 945 |
3 848 716 |
4 405 137 |
4 923 463 |
5 457 033 |
5 890 638 |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen |
|
4 634 885 |
4 962 950 |
5 394 830 |
5 913 156 |
6 446 914 |
6 881 181 |
b. Periodieke terugvordering leningen |
|
1 575 940 |
1 114 234 |
989 693 |
989 693 |
989 881 |
990 543 |
III. Autofinancieringsmarge |
(I-II) |
876 211 |
1 043 545 |
812 800 |
386 036 |
712 073 |
588 098 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
|
Mjp 2020 |
Mjp 2021 |
Mjp 2022 |
Mjp 2023 |
Mjp 2024 |
Mjp 2025 |
I. Autofinancieringsmarge |
|
876 211 |
1 043 545 |
812 800 |
386 036 |
712 073 |
588 098 |
II. Correctie op de periodieke aflossingen |
(a-b) |
-1 118 578 |
-819 723 |
-658 806 |
-540 894 |
-466 084 |
-364 063 |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen |
|
4 634 885 |
4 962 950 |
5 394 830 |
5 913 156 |
6 446 914 |
6 881 181 |
b. Aangewezen aflossingen o.b.v. de financiële schulden |
|
5 753 463 |
5 782 672 |
6 053 636 |
6 454 050 |
6 912 997 |
7 245 244 |
III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
(I+II) |
-242 368 |
223 822 |
153 994 |
-154 858 |
245 989 |
224 035 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Geconsolideerd financieel evenwicht |
|
Mjp 2020 |
Mjp 2021 |
Mjp 2022 |
Mjp 2023 |
Mjp 2024 |
Mjp 2025 |
I. Beschikbaar budgettair resultaat |
|
|
|
|
|
|
|
- Gemeente en OCMW |
|
96 437 |
34 970 |
74 326 |
72 028 |
21 766 |
32 136 |
- AGB Solag |
|
1 105 913 |
138 763 |
426 714 |
699 938 |
1 078 454 |
1 783 608 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat |
|
1 202 350 |
173 733 |
501 040 |
771 966 |
1 100 220 |
1 815 744 |
|
|
|
|
|
|
|
|
II. Autofinancieringsmarge |
|
|
|
|
|
|
|
- Gemeente en OCMW |
|
876 211 |
1 043 545 |
812 800 |
386 036 |
712 073 |
588 098 |
- AGB Solag |
|
723 295 |
312 849 |
287 951 |
273 224 |
378 516 |
705 154 |
Totale autofinancieringsmarge |
|
1 599 506 |
1 356 394 |
1 100 751 |
659 260 |
1 090 589 |
1 293 252 |
|
|
|
|
|
|
|
|
III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
|
|
|
|
|
|
|
- Gemeente en OCMW |
|
-242 368 |
223 822 |
153 994 |
-154 858 |
245 989 |
224 035 |
- AGB Solag |
|
1 287 171 |
483 064 |
343 069 |
328 343 |
433 635 |
760 272 |
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
|
1 044 803 |
706 886 |
497 063 |
173 485 |
679 624 |
984 307 |