Schema J4 : De balans

Schema J4 : De Balans

Terug naar navigatie - Schema J4 : De Balans

De financiële nota bevat eveneens een balans, bestaande uit een actief en een passiefzijde en de staat van opbrengsten en kosten. De klassieke interpretatie van algemene rekeningen omhelst een balans en een resultatenrekening. Dit laatste geeft inzicht op de gevolgen van de activiteiten op het eigen vermogen van een organisatie. In de publieke sector is dit niet relevant.

Dit neemt niet weg dat het belangrijk is om een zicht te hebben op de financiële impact van de activiteiten van het bestuur. Daarom wordt er niet gesproken van een resultatenrekening, maar wel van een staat van opbrengsten en kosten.

Dat is trouwens ook de reden waarom niet gesproken wordt over eigen vermogen van een bestuur. Het verschil tussen de activa en de schulden wordt voortaan het nettoactief genoemd.

De activa zijn de middelen waarover een bestuur beschikt en waarvan verwacht wordt dat ze toekomstige economische voordelen of een dienstverleningspotentieel voor het bestuur zullen opleveren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vaste en vlottende activa. De passiva zijn de financieringsbronnen van de activa.

De staat van opbrengsten en kosten geeft dan het overzicht van de kosten en de opbrengsten. Een kost is een transactie die tijdens het financiële boekjaar zorgt voor een afname van de economische voordelen of een afname van het dienstverleningspotentieel tot gevolg heeft. Een opbrengst is precies tegenovergesteld en resulteert in een toename van de economische voordelen of het dienstverleningspotentieel.

Of anders gezegd, via de registratie van de kosten en opbrengsten doorheen het boekjaar kan de evolutie van het netto-actief worden verklaard.

2023 2022
ACTIVA 306 869 584 301 878 803
I. Vlottende activa 17 827 584 17 461 291
A. Liquide middelen en geldbeleggingen 3 473 195 5 303 656
B. Vorderingen op korte termijn 13 330 208 11 140 173
1. Vorderingen uit ruiltransacties 4 519 516 5 214 016
2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties 8 810 692 5 926 157
C. Voorraden en bestellingen in uitvoering 0 0
D. Overlopende rekeningen van het actief 34 301 27 962
E. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen 989 880 989 500
II. Vaste activa 289 042 000 284 417 512
A. Vorderingen op lange termijn 9 454 212 10 111 516
1. Vorderingen uit ruiltransacties 2 594 614 2 271 975
2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties 6 859 598 7 839 541
B. Financiële vaste activa 35 428 440 35 928 687
1. Extern verzelfstandigde agentschappen 13 080 076 12 969 179
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten 22 312 063 22 928 244
3. OCMW-verenigingen 0 0
4. Andere financiële vaste activa 36 300 31 264
C. Materiële vaste activa 234 006 425 230 631 691
1. Gemeenschapsgoederen 185 542 448 183 087 622
a. Terreinen en gebouwen 86 401 610 85 887 409
b. Wegen en andere infrastructuur 60 548 678 58 204 610
c. Installaties, machines en uitrusting 1 471 048 1 378 758
d. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel 1 969 927 1 866 221
e. Leasing en soortgelijke rechten 20 723 715 21 359 950
f. Erfgoed 14 427 469 14 390 673
2. Bedrijfsmatige materiële vaste activa 13 602 856 11 514 167
a. Terreinen en gebouwen 13 286 106 11 119 146
b. Installaties, machines en uitrusting 141 901 92 321
c. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel 174 849 302 701
d. Leasing en soortgelijke rechten 0 0
3. Andere materiële vaste activa 34 861 121 36 029 901
a. Terreinen en gebouwen 34 721 693 35 812 749
b. Roerende goederen 139 427 217 152
D. Immateriële vaste activa 10 152 923 7 745 618
2023 2022
PASSIVA 306 869 584 301 878 996
I. Schulden 102 439 446 95 839 687
A. Schulden op korte termijn 19 610 956 18 014 709
1. Schulden uit ruiltransacties 16 447 463 13 922 268
a. Voorzieningen voor risico's en kosten 1 935 604 1 727 438
b. Financiële schulden 0 0
c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties 14 511 859 12 194 830
2. Schulden uit niet-ruiltransacties -2 156 830 -551 810
3. Overlopende rekeningen van het passief 0 0
4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen 5 320 323 4 644 251
B. Schulden op lange termijn 82 828 490 77 824 979
1. Schulden uit ruiltransacties 82 709 400 77 705 889
a. Voorzieningen voor risico's en kosten 21 058 774 18 021 756
1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 20 643 449 17 606 431
2. Andere risico's en kosten 415 325 415 325
b. Financiële schulden 61 449 863 59 483 370
c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties 200 762 200 762
2. Schulden uit niet-ruiltransacties 119 090 119 090
II. Nettoactief 204 430 138 206 039 309
A. Kapitaalsubsidies en schenkingen 47 803 696 45 470 347
B. Gecumuleerd overschot of tekort 5 340 981 8 774 482
C. Herwaarderingsreservers 6 206 609 6 715 627
D. Overig nettoactief 145 078 853 145 078 853